Ankeren met een zeiljacht.
Niets is zo mooi om in de vrije natuur te genieten van zeiljacht dat voor anker ligt. Het geeft een gevoel van een vrijheid wat niemand kan verstoren!
Onze zeilboten zijn allen voorzien van een goed anker, en de juiste uitrusting aan boord. Echter zien we het veel te weinig dat er schepen voor anker liggen in Nederland.
Daar waar het in veel landen heel normaal is, zijn we in Nederland nog een beetje angstig.
Het is natuurlijk ook een stuk lastiger en kan onrustiger zijn dan gewoon in een haven een box te nemen, maar als je het ankeren goed beheerst kun je de rust vinden en vol vertrouwen de nacht in gaan!
Wat is belangrijk met het ankeren?
– Als je nog niet veel voor anker hebt gelegen met een zeiljacht, begin dan alleen overdag waarbij alles goed te overzien is. Zodra er wat ervaring is opgedaan kan er ook ’s nachts worden geankerd.
– Lengte van de ankerlijn; in principe wordt een verhouding van diepte tot lengte ankerlijn aangehouden van 1:4. Dit wil zeggen dat bij 4mtr diepte van het water de ankerlijn dus 16 meter zou moeten zijn. Indien er veel wind staat of veel golven zijn, dan is het verstandig om naar 1:5 of 1:6 te gaan om meer houdkracht op het anker te krijgen.
– Het is zeer aan te raden om een ketting voorloop te gebruiken aan het anker, dit zorgt er voor dat de ankerlijn onder water bijna horizontaal aan het anker trekt over de zeebodem, waardoor deze zich maximaal zal gaan ingraven.
– Zwarte bal; Zodra een boot voor anker ligt is deze verplicht om een zwarte bal in de mast te hijsen zodat schepen in de buurt goed kunnen zien wat er aan de hand is. Deze zwarte bal hoeft niet helemaal tot het topje worden gehesen, het beste is om deze aan de spinnakerval te hijsen tot ongeveer halverwege de mast, en deze bal met een andere lijn naar beneden te houden door deze lijn ergens midden op het voordek vast te binden.
– Verlichting; gedurende de nacht moet men een rondschijnend wit licht in de mast hijsen. De meeste schepen hebben onder het driekleurenlicht in de mast een rondschijnend wit licht. Anders moet er een creatieve oplossing worden gevonden. Eventueel kan het stoomlicht in combinatie met het heklicht ook een rondschijnend licht vormen.
Anker uitgooien:
– zorg er voor dat het anker klaar is om uitgegooid te worden, of te worden gevierd met een ankerlier. Let op dat de lijn vrij kan worden gevierd zonder dat deze in de knoop komt te zitten.
– zoek een stuk water met geringe diepgang, ideaal is rond de 3-4 meter. Houdt er rekening mee dat als de wind draait, het schip ook ergens anders komt te liggen. Zorg er dus voor dat het in een cirkel van 20 meter om het anker heen diep genoeg is!
– verminder vaart met het schip, en stuur deze recht tegen de wind in.
– Zodra het schip tot stilstand is gekomen kan het anker worden gezakt of tewater worden gegooid.
– Vaar de boot nu langzaam achteruit voor de wind, en zet tijdig de ankerlijn vast op de ankerlier of bolder of kikker op het voordek.
– Waarschijnlijk zal het anker eerst even krabben, maar al snel zal het ingraven en zal de boot tot stilstand komen.
– door even flink gas te geven achteruit kun je kijken of het anker stevig op zijn plaats ligt.
Tijdens het ankeren;
– Om te controleren of het anker niet krabt zijn er verschillende methodes’:
– Ankeralarm op dieptemeter; veel dieptemeters hebben een zogenaamd anker alarm. Deze gaat af zodra de diepte begint af te wijken met een vooraf ingestelde waarde. Dit systeem werktprima als er niet al teveel diepteverschil is op de ankerplek.
– Ankeralarm op de GPS; De meeste GPS systemen hebben ook een ankeralarm. Deze gaat af zodra de positie verandert met een ingestelde afstand. Ook een prima systeem.
– Kruispeilinggen; mocht u geen apparatuur aan boord hebben, dan kunt u met een peilkompas een aantal punten op de wal peilen en de koersen daarvan opschrijven. Zodra de koersen te veel gaan afwijken weet u dat het anker aan het krabben is.
Hieronder een leuke video van het blad Zeilen met instructies omtrent het juist ankeren;
